Wim Broeksteeg

Je moet mensen niet met geld, maar met aandacht binden

Er zijn van die werknemers die ook na hun pensioen tot de verbeelding blijven spreken. Zoals Wim Broeksteeg. Wim werkte 39 jaar bij Coppelmans Bouwbedrijven respectievelijk Hendriks Coppelmans, richtte de ondernemingsraad op, was initiator van de plusclub en houdt ook nu nog steeds nauwlettend de bouwwerkzaamheden van Hendriks in de gaten. Gewoon bij hem voor de deur.

We spreken Wim en zijn echtgenote Annie in de tuin van verzorgingshuis La Verna in Wijchen. Op een paar meter af­stand leggen de medewerkers van Hendriks Bouw en Ontwik­keling de laatste hand aan de nieuwbouw van het zorgcomplex. ‘Ik zit hier eerste rang en heb het hele bouwproject van begin tot eind kunnen volgen. Geweldig om die jongens weer te zien. Echte bouwvakkers zijn het, niet bang voor een beetje regen of slecht weer. Het bereiken van het hoogste punt hebben we laatst groots gevierd. Ik heb toen nog een tijdje met Lambèr Hendriks zitten praten. Ook oud-medewerkers zoals ik worden gekoesterd. Al ben ik van origine een Coppelmans-man. Daar startte ik na wat omzwervingen bij andere bouwondernemin­gen mijn carrière als tariefcalculator. Geen geliefd baantje overigens. Ik moest bijvoorbeeld berekenen hoe lang een metselaar over een muurtje mocht doen. Daar was natuurlijk altijd onenigheid over.’

Enorm geliefd
‘Benoemen, niet verbloemen, bouwvakkers zijn ook mensen en wat je ook doet, doe het goed’ – het zijn zomaar wat gevleugel­de uitspraken van Wim Broeksteeg. Ruim 39 jaar lang werkte hij bij Coppelmans Bouwbedrijven én sinds de fusie in 1997 bij Hendriks Coppelmans en in al die tijd maakte hij zich enorm geliefd. Nu hij, na een hersenbloeding, in verzorgingshuis La Verna woont, zijn zijn oud-collega’s hem zeker niet vergeten. ‘Wim was er altijd voor ons, nu zijn wij er voor Wim.’ Het typeert de indruk die Wim door de jaren heen maakte bij Hendriks Coppelmans, waar hij met enkele collega’s de scepter zwaaide over de P&O-afdeling.

Veel gelachen
Wim maakte in 1997 de fusie tussen Coppelmans en Hendriks mee. ‘Roerige tijden waren dat. Bij Hendriks moesten ze wel wennen aan de vriendschappelijke manier waarop ik met collega’s omging. Dat zorgde er ook voor dat er veel gelachen werd onderling. Als ik ergens binnenkwam, dan zeiden ze bijvoorbeeld gekscherend: “Daar komt de man met de zeis.” Ik was immers ook verantwoordelijk voor het aannemen en ontslaan van collega’s. Maar ook als ik op een receptie opeens een net kostuum droeg, dan vroegen ze: “Moet je dat pak straks nog terugbrengen naar de V&D?” Ik kon daar wel om lachen. De saamhorigheid was groot en al was ik op een gegeven moment in mijn eentje verantwoordelijk voor de afdeling Personeelszaken en hadden we ruim driehonderd man in dienst, ik kende iedereen en wilde het liefst iedereen helpen als het maar even kon.’

Op kraamvisite met een besteksetje
‘Net als Coppelmans, was ook Hendriks Coppelmans een fijn en sociaal bedrijf om voor te mogen werken. Ik kreeg alle ruimte om mijn collega’s met raad en daad bij te staan. Ook als het niet direct met het werk te maken had. Ik was bijvoorbeeld goed met belastingschijven. Dan kwamen collega’s me vragen of ik nog tips had voor hun belastingaangifte. Maar ook op puur persoonlijk vlak wisten ze me altijd te vinden. Mijn kinderen zeiden vaak dat ik net een sociaal werker was.’ Echtgenote Annie beaamt dat: ‘Wim hielp iedereen en hij kende ook ieder­een. Hij bezocht zieke werknemers en jubilarissen persoonlijk, en ook als er geboortes waren, dan ging Wim op bezoek. Al vond hij op kraambezoek gaan niet echt leuk.’ Wim vult lachend aan: ‘Soms kreeg je een hele rits foto’s van de bevalling te zien. Dat hoefde voor mij niet zo. Maar het was leuk om samen met Annie babykleertjes te gaan kopen. Wat we ook bedachten, was dat iedere nieuwe Hendriks Coppelmans-baby een gegraveerd besteksetje kreeg. Dat doen ze nog steeds. Een mooie traditie.’

Contact met oud-collega's
In de ruim 39 jaar dat Wim voor Coppelmans en later Hendriks Coppelmans werkte, gaf hij mede vorm aan de manier van werken en wijze waarop collega’s met elkaar omgingen. Zo richtte hij de ondernemingsraad op, zodat medewerkers ook echt een stem kregen en stond hij mede aan de wieg van de PlusClub. ‘Medewerkers die ons bedrijf verlaten vanwege (vroeg)pensioen, en hun partner kunnen daar lid van worden. Het doel is natuurlijk de betrokkenheid bij het bedrijf in stand te houden en iedereen gelegenheid te geven in contact te blijven met oud-collega’s. Hoe belangrijk dat is, ervaar ik nu zelf. Het is geweldig dat ik nog steeds aanloop heb van oud-collega’s. Voor mij is dat typisch Hendriks Coppelmans: we zijn er voor elkaar in voor- en tegenspoed. Het was een voorrecht om hier zo lang te hebben mogen werken.’