Frank Pluk en Geert Vossenberg kom je meestal samen tegen. Op de bouwplaats, waar ze werkzaam zijn als Timmerman, en in de sportschool in Dome-X, waar ze samen sporten. Als je wilt weten hoe het werken bij Hendriks de afgelopen jaren is veranderd, dan kom je als vanzelf uit bij Frank en Geert. Zij werken immers al 31 en 42 jaar bij Hendriks.
In 1980 kwam Geert (rechts op de foto) als leerling in dienst bij Hendriks. ‘Compleet andere tijden waren dat. Je deed in die dagen nog tariefwerk. Dan werd er berekend hoeveel productie je moest draaien op een dag. Dat was flink aanpoten en door de stress en werkdruk liet de kwaliteit van je werk nog weleens te wensen over. Ook was er in die dagen weinig collegialiteit tussen bouwploegen. Het was ieder voor zich en handen uit de mouwen. Het afschaffen van die manier van werken kwam de kwaliteit ten goede. En ook de sfeer. Werken werd leuker, gezelliger ook.’
Juist dat sociale is typisch Hendriks, vindt Frank. ‘Ik kwam hier in 1991 in dienst en vond in Geert al gauw een maatje. We hebben samen op heel wat bouwplaatsen rondgelopen. Grote projecten en kleinere. Nieuwbouw en renovatie. In de jaren negentig van de vorige eeuw had Hendriks nog veel vaklieden in dienst. En leidden we zelf leerlingen op. Zo heeft Geert de broers Vincent en Berry Hendriks nog begeleid. Al werd Vincent destijds door de opzichter van de bouwplaats weggestuurd omdat hij nog te jong was.
Geert vervolgt: ‘Bij Hendriks kijken ze echt naar hun medewerkers om. Dat samen sporten in Dome-X is daar een mooi voorbeeld van. Dat doen Frank en ik ook samen, elke woensdagmiddag. Ook mooi is dat Hendriks een studietoelage geeft aan de kinderen van medewerkers. Dat is ooit door Lambert Hendriks ingevoerd en het bestaat nu nog steeds. Geweldig toch, dat je baas dat voor jou en je kinderen overheeft? “Je komt hier niks tekort”, zeggen we altijd. Maar het belangrijkste is dat er echt naar je wordt omgekeken. Toen mijn vrouw getroffen werd door een hersenbloeding, kreeg ik alle tijd en ruimte om er te zijn voor thuis.
Voor ons is dat typisch Hendriks.’