Françoise Brandwagt & Pieter Driessen

Bart vond het allemaal prima. Hij zag geen problemen. Over typisch Hendriks gesproken

Hij vond haar meteen leuk toen ze zeventien jaar geleden bij Hendriks Coppelmans kwam werken. Zij vond hem vooral vervelend. Maar na het eerste bedrijfsuitje konden ze er niet meer omheen: dit was meer dan aantrekken en afstoten. Inmiddels hebben ze samen een zoon van acht. Maar samenwonen? Nog steeds niet!

Hoe doe je dat, privé en werk gescheiden houden als je elke dag samenwerkt? Hr-adviseur Françoise Brandwagt en hoofd Facilitaire Diensten Pieter Driessen zien het probleem niet zo. Pieter: ‘Dat ik Françoise meteen heel leuk vond, zag iedereen op kantoor wel. Maar toen we daadwerkelijk iets samen kregen, had niemand dat in de gaten.’ Françoise vult aan: ‘We waren daar beiden vanaf het begin heel duidelijk in. Geen geflikflooi op de werkvloer en geen gedoe. Wel wilden we er tegen collega’s heel open over zijn.’

‘Toen wij eenmaal zeker waren van elkaar, hebben we het me­teen verteld’, herinnert Pieter zich. ‘Je moet toch wat uitleggen als je beiden uit een relatie met kinderen komt. Dat werd geluk­kig heel positief ontvangen. In 2011 was dat. We waren nog wel even zenuwachtig om het Bart Hendriks te vertellen. Ik kwam zijn kantoor binnenlopen en Françoise erachteraan. “Ik heb een relatie met háár”, zei ik, terwijl ik op haar wees. Bart vond het allemaal prima. Hij zag geen problemen. Over typisch Hendriks gesproken.’

‘Ons kun je trouwens ook wel typisch noemen. We hebben namelijk een zoon van acht, maar wonen niet samen. Pieter heeft zijn eigen huis nog, al is hij het grootste deel van de tijd hier. Net als mijn dochter van veertien. Pieter heeft twee doch­ters van zestien en achttien en zo komt het voor dat we soms met z’n zessen zijn, dan met z’n vieren of ik alleen met onze zoon.’ Pieter besluit: ‘Het lijkt een allegaartje, maar zo werkt het voor ons en we voelen ons er allemaal prettig bij. Eigenlijk is het ook helemaal geen issue voor ons. Maar af en toe moet ik even klieren en dan kom ik het kantoor van Françoise binnen terwijl ze een meeting heeft en dan vraag ik wat we ’s avonds gaan eten. Eigenlijk zijn dat de enige momenten op het werk dat collega’s herinnerd worden aan het feit dat wij toch echt een stel zijn.’